Elk mens is uniek. Ook ik. Ik heb, net zoals iedereen, zo mijn eigen voorkeuren, eigenaardigheden en sterke en zwakke punten. Hoe ik in elkaar zit, heeft consequenties voor wat er het beste bij mij past. Om mijn leven en werk zo optimaal mogelijk in te richten, is het daarom belangrijk om mijzelf, als mens, te (leren) kennen. Daar gaat het over bij Ik als mens.
Mensen kunnen heel verschillend zijn. De een is netjes, terwijl de ander slordig is. De een is spontaan, de ander verlegen. Zo zijn er nog honderden manieren waarop mensen van elkaar kunnen verschillen. Als ik het heb over dit soort individuele verschillen, heb ik het over mijn persoonlijkheid, mijn karakter, mijn aard. Persoonlijkheid doelt op dat wat kenmerkend is voor een mens als ik: de stabiele kenmerken waarin ik verschil van anderen. Het is daarom belangrijk om erachter te komen hoe mijn persoonlijkheid in elkaar zit. Weet ik wel wie ik ben? Als ik dat weet, dan weet ik ook wat er bij mij past en wat juist niet, en dat inzicht helpt om mijn leven vorm te geven naar mijn eigen wensen en behoeften. Het kost echter tijd, eigenlijk gewoon mijn hele leven, om te ontdekken wie ik ben. Dat komt omdat ik als mens heel veel verschillende levensfasen doorloop. Vanaf mijn geboorte, als dreumes, peuter, kleuter, tiener en puber naar volwassenheid. En zelf in die volwassenheid ervaar ik verschillende levensfase die mijn leven kneden en vormen zodat ik er iedere keer weer anders voorsta. Positief of negatief, allebei komt voor. Zoals ik al schreef beginnen we daar als mens al jong mee. Als baby, peuter en dreumes zijn we heel sterk afhankelijk van onze ouders en omgeving omdat we dan nog niet (goed) kunnen praten laat staan ons kunnen uitdrukken. Als kleuter ontwikkelen wij ons vaak spelenderwijs, ontdekken de wereld. En zo zijn pubers vaak sterk met hun identiteit bezig. Ik kan mij herinneren dat ik als peuter en kleuter heel veel buiten was om te spelen en van het weer te genieten. Ik was zeker tot mijn 11de jaar heel erg introvert, verlegen, totaal niet assertief. Pas toen ik naar de middelbare school ging begon ik te veranderen. Ik was altijd de kat uit de boom aan het kijken. Kijken hoe anderen het deden. Onbewust was ik eigenlijk gewoon aan het leren. Aan het ‘afkijken’. Eigenlijk heel simpel. Vrienden had ik in de tijd zeer beperkt. Dat kwam denk ik omdat ik zeer selectief ben en kan pas echt vrienden met iemand worden als er een volledige klik is. In mijn tiener en puberjaren ben ik de wereld echt gaan ontdekken.
Mijn ontwikkeling
In mijn leven heb ik, net zoals iedereen waarschijnlijk wel zal beamen, pieken en dalen. Mooie momenten en minder mooie momenten. De mooie momenten hou je het liefst voor altijd vast terwijl je de minder mooie momenten liever achter je laat. Maar juist die momenten heb ik ervaren als leermomenten. Waarom gebeurde dat, wat voelde ik daarbij, wat deed het met mij? Vragen die ik mijn hele leven min of meer onbewust stelde. Soms raakte ik in de put of trapte ik in een valkuil. Dan merkte ik dat ik anders was, meer emotioneel geraakt. Dat deed veel met mij. Het sterkte mij wel, soms putte ik er energie uit. Het heeft mij gevormd zoals ik nu ben. Ik heb daardoor ook geleerd om mijn valkuilen beter te leren kennen. Pas veel later, in mijn werkbare leven, heb ik pas de theorie erachter ontdekt, meegekregen, tijdens diverse softskill trainingen. Via modellen en theorieën over kernkwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën.
Tijdens mijn coachopleiding, in het idyllische Bronckhorst, werd het nog eens herhaald tijdens de module over kernkwaliteiten. Mijn kernkwaliteiten zijn belangrijke positieve eigenschappen van mijzelf, eigenschappen die tot de kern hoort van wie ik ben. Voorbeelden zijn mijn inlevingsvermogen, ordelijkheid, zorgzaamheid, spontaniteit/assertiviteit, rust en zelfvertrouwen.
Maar dan de valkuil. Een eigenschap die voortkomt uit een teveel van mijn kernkwaliteiten. Tegenover mijn zelfvertrouwen staat bijvoorbeeld zelfoverschatting of arrogantie. Zoiets van ik kan het wel, ik doe het wel even, het lukt wel, hoogmoed dus, maar dan…. En dan wordt het tijd voor de uitdaging, de positief tegenovergestelde kwaliteit van mijn valkuil, bijvoorbeeld mijn nederigheid. Mijn uitdagingen vormen een mooie aanvulling op mijn kernkwaliteiten en voorkomt dat ik in de valkuil terechtkomt. Maar net als iedereen heb ik ook een allergie. Dit is gedrag van anderen dat mij ergert. Het is voor mij een doorgeschoten uitdaging en tevens het tegenovergestelde van mijn kernkwaliteiten. Bijvoorbeeld weer de nederigheid, dan is mijn allergie afhankelijkheid of juist onderdanigheid. Dat stoort mij dan in anderen. Ik heb vooral in mijn werkbare leven gemerkt in het samenwerken met mensen dat het erg belangrijk is om mijn allergie goed te (kunnen) begrijpen en te herkennen. Werken met mensen betekent immers dat je een ander moet helpen, dat dus ook zelf moet willen en soms ook dingen vragen en feedback geven. Maar als dat je ergert, help je misschien met tegenzin of alleen omdat het ‘moet’. Het wordt dan lastig om je in te leven in de ander en hem te helpen vanuit je hart.
Mijn zelfvertrouwen
Tot mijn persoonlijkheid behoort ook mijn zelfvertrouwen dat ik zie als onderdeel van mijn emotionele stabiliteit. De hoeveelheid zelfvertrouwen die ik heb, drukt een heel belangrijke stempel op mijn leven. De mate van mijn zelfvertrouwen bepaalt namelijk mede hoe ik mij je voel: energiek, ontspannen en vrolijk, of juist gestrest, ongelukkig en down. Gelukkig heb ik veel zelfvertrouwen anders was het veel lastiger om mijn eigen leven te leiden. Ik twijfel nauwelijks aan mezelf en ben niet bang om initiatief te tonen. Vroeger wel toen trok ik mij het liefst terug in mijn schulp. Door mijn zelfvertrouwen ervaar ik weinig problemen in relatie tot anderen. Mijn hoge mate van zelfvertrouwen geeft mij de nodige energie waardoor ik niet bang ben om voor een groep te staan, te spreken of te presenteren. Ik durf ook om voor mezelf op te komen en mijn gevoelens te tonen. Verder sta ik open voor kritiek en feedback, waarvan ik weer kan leren mijzelf beter te ontwikkelen. Ik heb onder andere geleerd om niet over mij heen te laten lopen en mijzelf te leren waarderen, ook al ben ik niet perfect. En de ene keer gaat het beter dan de andere keer. Het gaat erom dat het beeld dat ik van mijzelf heb positief is. Omdat ik genoeg zelfvertrouwen heb kan ik heel goed mezelf zijn bij anderen. Natuurlijk wil ik graag aardig gevonden worden en een goede indruk maken, maar ik doe mij niet beter voor dan ik ben. Naarmate ik anderen beter ken, wordt het steeds gemakkelijker om mijzelf te zijn. Het kost mij dan ook minder energie. Het wil echter niet zeggen dat ik altijd maar mezelf zou moeten of kunnen zijn. Soms is het nodig dat ik mij aanpas aan andere mensen of mijn omgeving. Als ik boos of chagrijnig ben dan is het voor anderen niet echt prettig om mij tegen te komen. Blijf ik dat dan komt dat de sfeer niet ten goede en dat is voor niemand prettig, ook niet voor mezelf. Gelukkig is dat bij mij slechts van korte duur, omdat ik mij snel realiseer dat het niet de goede manier is. Gaat het wel om mezelf zijn, ik laat zien wat is voel of ervaar en toon dan mijn emotie.
Mijn waarden
Niet alleen mijn persoonlijkheid maakt mij tot de unieke persoon die ik ben. Ook wat ik belangrijk vind, doet dat. De dingen in het leven die ik belangrijk vind, zijn mijn (persoonlijke) waarden. Waarden die voor mij belangrijk zijn, zijn onder andere: vriendschap, liefde, warmte, waardering, geld, levensmissie, integriteit/veiligheid, mijn gezin, plezier, ontspanning, creativiteit, muziek, sport en werk. Het zijn die dingen die ik belangrijk vind en waar ik warm voor loop. Waarden lopen als een rode draad door mijn leven. Het zijn ook die dingen die ik terugkrijg van anderen. Het is belangrijk om bewust te zijn van mijn waarden. Net zoals voor mijn persoonlijkheid geldt: omdat ik weet wat mijn waarden zijn, wordt het makkelijker om mijn leven op een manier in te richten die bij mij past.
Omdat ik graag mijn hart volg weet ik wat mij dat voor gevoel van binnen geeft. Het geeft mijn leven zin en weet ik waar ik het voor doe. Er zijn maar weinig dingen waarvan ik achteraf spijt heb omdat ik vanuit mijn hart heb gehandeld. Als ik een fout heb gemaakt of gewoon iets niet goed heb gedaan kan ik daar alleen maar van leren. Leren om het de volgende keer anders te doen, beter. Als ik mijn waarden volg blijf ik trouw aan jezelf. Dat voelt gewoon zo.
Mijn relatie tot andere mensen
Ik ben niet alleen op de wereld, ook al heb ik dat vroeger als kind wel eens gedacht. Ik ben er ook er wel van overtuigd dat ik anderen nodig heb om mij lekker te voelen, zowel in goede als slechte tijden. Iedereen heeft andere mensen nodig, soms voor de gezelligheid, soms voor een arm om de schouder, een knuffel of een andere manier van steun. Mijn sociale contacten maken mij gelukkig en gezond als ze goed verlopen. Dat geeft energie. Maar bij conflicten bijvoorbeeld voel ik mij niet prettig. Dit is mede bepaald door mijn opvoeding waar toch regelmatig ruzie voorkwam en vaak weinig werd gepraat. In de loop der jaren heb ik mij de nodige vaardigheden aangeleerd daar mee om te gaan.
Mijn emotionele intelligentie
Emoties komen en gaan bij mijzelf maar ook bij anderen. Ik kan mijn eigen emoties niet uitschakelen. Wel kan ik ze beheersen. Dat heb ik (aan)geleerd. Boos, bang, bedroefd of blij. Wat anderen doen en zeggen, laat ook mij nu eenmaal niet onverschillig. Het kan negatief maar ook positief uitpakken. Ik heb meegemaakt dat een proefklant in een hele goede bui binnenkwam voor een derde gesprek, erg optimistisch en vrolijk doordat mijn aanpak voor hem had gewerkt. Ik werd daar zo blij van, het leek wel een besmetting, samen zaten wij te stralen. Ik blij, mijn coachee blij. Omgekeerd heb ik het echter wel vaker meegemaakt. Dat je elkaar bijvoorbeeld loopt op te fokken waardoor je ruzie krijgt of boos op elkaar. Het kan mij soms erg irriteren als anderen bijvoorbeeld niet doen wat er van ze gevraagd wordt. Door de jaren heen heb ik dan eerder het besef om het niet zo ver te laten komen of er voor te zorgen dat ik het laat blijken dat ik het niet leuk vind. Deze emotionele intelligentie zorgt ervoor dat ik bewust ben van de situatie en gevoelens bij mezelf en anderen kan herkennen. Ik laat mij dan niet leiden door mijn eigen of andermans emoties, maar probeer ze juist in goede banen leiden. Ik bekijk het dan het liefst positief. Soms kan ik het een positieve wending geven door bijvoorbeeld mijn hand in eigen boezem te steken of mij anders op te stellen. Dat geeft vaak bij de ander ook een beter gevoel. En kom ik weer beter in een positief contact met de ander. Omdat ik van nature rust uitstraal helpt mij dat om meestal kalm te blijven. Soms is er geen klik of kan ik niet echt met de ander opschieten. Dan kun je besluiten om niet met elkaar verder te gaan. Maar als je aan elkaar bent overgeleverd op wat voor manier dan ook, met elkaar moet samenwerken, is het niet anders en zal je toch met elkaar door één deur moeten kunnen gaan. Dan is het water bij de wijn doen. En accepteren.
En………hoe ben jij als mens? Laat het mij weten.